Weeg de bloem voor de bolletjes af in een mengkom.
Voeg de gist bij de bloem en meng deze met een vork of lepel door de bloem heen.
Doe dan het zout bij de bloem en het water en kneed het geheel met de hand goed door. Je kunt natuurlijk ook een keukenmachine gebruiken.
Wanneer je het deeg met de hand kneed en het deeg is samengekomen tot een deegbal, kieper je het deeg uit de mengkom. Kneed het deeg nog even stevig door op een schoon werkoppervlak gedurende zo’n tien minuten.
Als het deeg genoeg gekneed is en een mooie elastische deegbal vormt, vet je een mengkom in met een klein beetje olie. Vorm de deegbal tot een mooie ronde bal en doe deze in de mengkom.
Laat de mengkom nu, afgedekt met een theedoek, op kamertemperatuur zo’n drie kwartier tot anderhalf uur staan rijzen.
Wanneer het deeg verdubbeld is in grootte en het deeg genoeg gerezen is, haal je de deegbal uit de mengkom. Leg deze op een schoon werkoppervlak.
Verdeel het deeg nu in gelijke porties. Je kunt hiervoor het makkelijkst een weegschaal gebruiken.
Vorm de porties deeg nu tot mooi, strakke bolletjes. Dit doe je door met je hand het deeg rond te draaien op je werkoppervlak, totdat het velletje rondom je deegballetje steeds strakker staat. Kijk eventueel hier hoe ik dat doe.
Bekleed een bakplaat met bakpapier en leg hier de deegballetjes op.
Dek de balletjes af met een vochtige theedoek en laat deze nu op kamertemperatuur zo’n twintig minuutjes rijzen.